Lang, lang geleden gebeurde er elk jaar iets vreselijks in een land hier ver vandaan. In het land waar dit verhaal over gaat, leefde een hele enge draak. Een draak met wel vier koppen en een vreselijke adem... Deze draak wilde elk jaar een mooi jong meisje om haar lekker op te peuzelen. Elk jaar waren de bewoners bang; welk meisje zou het lot dit keer aanwijzen? Ook nu kwam de draak weer te voorschijn en eiste een mooi, jong meisje. Op een vol plein bij het kasteel trok de koning het lot…
Hij schrok zich een hoedje, want op het lot stond de naam van zijn dochter, de prinses. Wat nu? Hij kon niet snel een nieuw lot pakken, want iedereen was aan het kijken. Hij moest zijn dochter wel cadeau doen aan de draak. Wat vreselijk! Hoe moest hij dat de koningin vertellen? Zijn vrouw wou er niets van weten en vroeg de koning een oplossing te bedenken. Al ijsberend door het kasteel bedacht hij iets. "Ik zal alle ridders de uitdaging geven de draak te doden en als beloning mag de ridder die de draak doodt met onze dochter trouwen." Zo gezegd, zo gedaan. Een boodschapper ging het land door op zoek naar dappere ridders, die de draak wel wilden doden. Maar niemand durfde.
Er was één man in het land die de draak wel durfde doden, maar hij was maar een gewone schildknaap en geen ridder. Die man heette Joris. Joris meldde zich toch maar bij de heraut. "Ik wil die draak wel doden!" zei Joris. De heraut ging terug naar de koning en vertelde hem wat Joris had gezegd. De koning vond het goed en al snel ging het in het hele land rond, dat Joris zijn leven ging wagen voor de dochter van de koning en al die mooie jonge meisjes, die de draak de jaren erna nog zou opeisen. Joris had echter een probleem: omdat hij geen ridder was, had hij helemaal geen ridderuitrusting. Hij had geen zwaard, geen schild, zelfs geen paard. De koning leende hem zijn spullen uit en gaf hem raad. Onder applaus van de mensen uit het land ging hij op zoek naar de draak.
Joris dwaalde op het paard van de koning rond op zoek naar de draak. Opeens stopte het paard met
lopen en Joris zat ineens stokstijf stil. In de verte hoorde Joris de draak brullen en grommen: 'Waaaaauuuuw!' Joris was een stoere held, maar werd nu toch wel bang, toch dacht hij er niet over om nu terug te keren naar de koning en te melden dat hij niet durfde. Nee, dat zou te gemakkelijk zijn. Joris gaf zijn paard de sporen en het galoppeerde in de richting waar het geluid vandaan kwam. Plotseling stopte het paard, Joris keek tegen het grote, lompe lichaam van de draak aan. De draak spuwde vuur en probeerde Joris van zijn paard te stootten. Joris pakte zijn zwaard stevig in de hand en zwaaide er driftig mee rond. Een hevige strijd begon. Zowel Joris als de draak leverden een zware strijd. Joris liep verwondingen op, maar vocht dapper door, daardoor raakte de draak op een gegeven moment ook gewond. Joris vocht voor zijn leven en voor het paard van de koning.
Na een paar uur strijd bracht Joris de draak de genadeklap toe en de draak viel kreunend en steunend dood neer. Joris had gewonnen. De koning had als eis gesteld dat Joris één van de hoofden van de draak zou meenemen als bewijs dat de draak echt dood was. Joris' zwaard doorkliefde het hoofd van de draak, Joris nam het mee naar de koning.
Toen de mensen in de stad Joris aan zagen komen, ging een luid gejuich op. "Lang leve Joris" riepen de mensen. De koning kwam zijn paleis uitrennen, gevolgd door de koningin en de prinses. Joris gaf het hoofd van de draak aan de koning. "Gefeliciteerd!" zei de koning, "jij bent een echte held! Nu mag je met mijn dochter trouwen en ben je voortaan een echte ridder." De koning sloeg Joris tot ridder en vanaf toen heette Joris Sint Joris. Hij trouwde niet met de dochter van de koning, want hij was teveel gehecht aan zijn vrijheid. Maar hij leefde nog wel heel lang en gelukkig…!