Lord Baden Powell heeft 23 april als "padvindersdag" gekozen, omdat op die datum vele eeuwen geleden Sint Joris stierf (de overwinnaar van de draak, de bestrijder van het kwaad).
Lord Baden Powell vond het belangrijk dat op de gedenkdag van St. Joris alle Scouts stil zouden staan bij het thema “goed en kwaad”.
Volgens oude overlevering is de Heilige Gregorius (in het Nederlands : Joris) een beroemd krijgsman uit het Turkije van de 3de eeuw.
Als martelaar wordt Sint Joris zowel in het oosten als in het westen reeds in de 5e en 6e eeuw vereerd.
Toen de kruisridders, tijdens een aanval op Jerusalem het onderspit dreigden te delven, zou St Joris aan hen verschenen zijn in volle wapenrusting, op een wit paard, en met een schild met daarop een rood kruis. De ridders wonnen de strijd. En sindsdien werd St Joris de patroon van de ridders.
De middeleeuwse legende waarbij Sint Joris de draak heeft gedood, berust op zeer oude verhalen.
Volgens overlevering heeft keizer Sigismund aan koning Hendrik V van Engeland het hart van St Joris geschonken, die in Windsor Castle schijnt te liggen.
We zien in het verhaal hoeveel moed Sint Joris aan de dag gelegd heeft om de draak, die ook nú nog zijn gevaarlijke kop tracht op te steken, de genadestoot te geven. Over de hele wereld vieren Scouts deze dag en staan stil bij “goed” en “kwaad”.
De 23ste april is daarom een feestdag geworden, een dag die ons eraan herinnert dat het kwade in en om ons heen overwonnen kan worden. Maar dan moeten we strijdvaardig zijn en de degens willen kruisen met ons zelf, met onze eigen draken-van-fouten.
St. Joris was een dappere ridder die niet alleen zei dat hij goed is, maar ook goed doet. Daarbij lag de nadruk op vriendelijkheid, behulpzaamheid, broederschap, respect voor anderen en vooral zelfdiscipline en zelfrespect. Daarmee is 23 april het begin van het nieuwe scouting jaar waarbij jaarlijks de installatiebelofte van elke scout hernieuwd wordt.